Structuur pastoraat
- Inrichting van het pastoraat
Kerk van Jezus Christus zijn, dat doe je samen. We zien het als onze opdracht om iedereen zo veel mogelijk het gevoel te geven dat je er bij hoort. Ons ideaal is dat iedereen zich gezien weet en de aandacht krijgt die hij of zij nodig heeft. Zodat je op die manier ook van harte bereid bent om je van jouw kant in te zetten voor de gemeente.
Onze gemeente is verdeeld in 9 ‘Marke-teams’ voor wat betreft ons onderling meeleven. Elk team bestaat uit een ouderling, een pastoraal medewerker, een diaken, een jeugdouderling en ongeveer 8 noabers.
De noabers zijn het ‘cement’ van de organisatie. Zij hebben allemaal een overzichtelijk aantal adressen onder hun hoede. Naar de mogelijkheden die zij hebben, proberen zij het onderlinge contact in hun buurtje te stimuleren. Ook samenleven en medeleven werkt het beste van twee kanten. De noaber is, naast dat zij/hij de adressen bezoekt, ook aanspreekpunt. En dat betekent dat als je iets hebt waarvan je het belangrijk vindt dat de kerkgemeenschap daarin meeleeft met jou (of met iemand die je kent), dat je hen aanspreekt.
Zij kunnen dat dan verder inbrengen in het team van ouderling, pastoraal medewerker en diaken in de marke. De Markeouderling geeft dat dan tevens weer door aan de predikant/kerkelijk werker.
De taak van de ouderling richt zich meer op crisispastoraat en het omzien naar de noabers van zijn marke. Zij hebben een meer coördinerende taak in tegenstelling met hoe het eerder ging. Pastorale werker is een taqak die gelijk is aan die van de ouderling, echter hij of zij is geen Kerkenraadslid.
De kerkenraad bestaat uit 9 Markeouderlingen, een ouderling-voorzitter, een ouderling-scriba, 9 diakenen, een voorzitter diaconie, secretaris diaconie, een penningmeester diaconie, 4/5 jeugdouderlingen en 2 ouderling-kerkrentmeesters. Naast deze 29 kerkenraadsleden zijn ook de predikant en kerkelijk werker altijd aanwezig bij de kerkenraadsvergaderingen.
Naast de algemene kerkenraad, werken we ook met een zogenaamde kleine kerkenraad (KKR) die besluiten voorbereidt.
- Kleine kerkenraad (KKR)
Naast de algemene kerkenraad, die structureel 4 keer per jaar samenkomt, werken we met een zogenaamde kleine kerkenraad.
De kleine kerkenraad bestaat uit de voorzitter van de kerkenraad(tevens ouderling), de scriba (tevens ouderling), een ouderling (vice-voorzitter), ouderling (voorzitter stuurgroep pastoraat) een jeugdouderling, voorzitter en secretaris van de diaconie, een kerkrentmeester, predikant en kerkelijk werker (samen tien leden).
De kleine kerkenraad bereidt beleidsaanpassingen en besluitvormingen voor en heeft mandaat om beslissingen binnen het vastgestelde beleid te nemen.
De kleine kerkenraad vergadert acht keer per jaar.
- Indeling adressen in markes
De 9 markes zijn ingedeeld op postcodereeksen, zodat geografisch compacte wijken zijn ontstaan. Daarbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de sociale cohesie.
En uiteindelijk zijn er ook keuzes gemaakt op basis van het aantal adressen per marketeam, opdat de grootte ongeveer overeenstemmen.
- Professionele pastorale verantwoordelijkheid
Kerkelijk werker Yvonne Binnendijk is pastoraal verantwoordelijk voor
de markes 1, 2, 3 en 9;
ds. Robert van Hornsveld is pastoraal verantwoordelijk voor de markes 4, 5, 6, 7 en 8.
Tijdelijk is ds. Wim den Braber pastoraal verantwoordelijk voor de tachtig-plussers in de markes 1,2,3, en 9.
- Oorsprong van de naamgeving Markes
In het verleden van onze gemeente Den Ham werden buurtschappen aangeduid als “Markes”. Zo was hier sprake van de Marke Linde, Meer/Noordmeer, Magele en kerkdorp Den Ham.
Deze Markes vormden een bestuurlijke eenheid die zaken in onderling overleg regelden. Het gezag bevond zich op grote afstand en bemoeide zich nauwelijks met lopende zaken. In een Marke stond onderlinge hulp, het omzien naar elkaar in hoog aanzien.
Men was immers afhankelijk van elkaar bij afspraken en bij tegenslagen.
Het noaberschap was essentieel om een gemeenschap draaiende te houden. Noaberschap werd niet als een verplichting gezien, maar als een vorm gezamenlijk de gemeenschap overeind te houden.
Noaberschap stond in aanzien.
Lange tijd is noaberschap in onze burgerlijke gemeente de kurk geweest waarop gemeenschappen draaiden, men was afhankelijk van elkaar en een sociaal vangnet ontbrak. Noaberschap was een bundeling van ongeschreven vormen van onderling dienstbetoon.
Het is bewust dat wij deze twee begrippen in onze organisatie van het pastoraat hebben overgenomen. Markes en noaber zijn woorden uit ons dialect die meer zeggen dan welke fraaie alternatieve woorden ook. Ze grijpen terug op de wortels van onze traditie en ons erfgoed.